Menu

“Oude zakken van nu en straks”


KERSTESSAY

TUSSEN APENKOPPEN EN KROKODILLEN


Deel V. De Vergetenen

© Anne Caesar

Plots was de deur op slot. Dat was een zeer akelig gevoel, ik trilde van woede. Vrijheidsberoving! Je kan de impact daarvan niet begrijpen als je het zelf niet hebt meegemaakt. Plots word je behandeld alsof je niet meer zelf kunt oordelen, je moet ondergaan. “Het is voor uw eigen goed, madammeke”, zeiden ze dan. Ik heb geantwoord: “Ik zal zelf wel beslissen wat goed voor mij is, meneereke!”
In mei heb ik een appartement gevonden. Ik heb direct verhuisdozen besteld via bol.com en mijn spullen ingepakt. Intussen woon ik in een appartement met zicht op de Schelde. Alle tegenslag die me overkomt, kan ik relativeren want ik ben vrij. Af en toe hoor ik nog de mensen uit het woonzorgcentrum. “Als ik jonger was en ik kon het, dan was ik ook weg”, zeggen ze me. Niemand zou zoiets mogen meemaken.

(Ria Smits, 81 jaar)

 

Dwaaldrang

“Mijn moeder heeft last van dwaaldrang”, sprak de vrouw naast mij in de apotheek met gedempte stem. De apotheker keek op. Misschien had ze het niet goed gehoord doorheen de combinatie van plexiglas en mondmasker die onze communicatie dezer dagen reduceert tot gemompel. Of misschien was ze net als ik stomweg overvallen door de poëzie van het woord. “Dwaaldrang.” De vrouw herhaalde het woord nog eens. “Ze zit in dat woonzorgcentrum en ze wil daar continu weg”, verduidelijkte ze.

“Uw moeder dorst naar vrijheid”, dacht ik bij mezelf. Hebben we daar nu ook al een klinische term voor bedacht? Dwaaldrang? Wat is het volgende; ademdrang? Eet- en drinkdrang? Levensdrang? Liefdesdrang?

Wanderlust is voorbehouden voor de jeugd. Zij worden zelfs aangemoedigd om hun leefwereld te verkennen. Volwassenen worden geacht al wat honkvaster te zijn. Liefst een bakstenen honk met een hypotheek eraan vast. Een doorsnee GPS heeft twee voorgeprogrammeerde standaardbestemmingen: “Thuis” en “Werk”. Verplaatsingen die niet tot het woon-werk-verkeer horen, noemen we: “vrije tijd”. Of recenter nog: “niet-essentieel”. Bij ouderen wordt het pas echt problematisch. Dan heet Wanderlust dus plots “dwaaldrang”. Bejaarden moeten blijven zitten waar je ze hebt neergezet. Onder een dekentje, achter het raam, bij de andere geraniums. Een beetje als baby’s, voor het peuters werden en al kruipende heel het gehannes begon.

Oké, ik overdrijf. En ik weet wel dat dwalen tot het ziektebeeld van dementie hoort, maar dan nog? Dat je na decennia van zelfbeschikt leven, op een gegeven moment niet alleen je haren en tanden verliest, maar ook nog eens je rechten en je waardigheid, enkel omdat jouw werkelijkheid niet meer strookt met die van de actieve beroepsbevolking? Ook de waanzin heeft haar rechten. Een gek weet zich de enige zinnige, omsingeld door dwazen. “Maybe insanity is just a minority of one”, schreef George Orwell in 1984.

Van wieg tot kist

Vrijheid is ons hoogste goed. Fysiek en mentaal. Wat ben je in godsnaam met franjes als veiligheid of gezondheid zonder Vrijheid? Het is niet goedkoop, velen werken er een leven lang voor (of menen dat te moeten doen). Eerst nemen je privileges nog toe met je anciënniteit. Hoe ouder je wordt, hoe minder je moet. Huis afbetaald, kinderen opgegroeid, pensioengerechtigd. Tot je op een bepaalde leeftijd niet alleen minder moet, maar plots ook minder mag.

Die betutteling van ouderen, het afnemen van gezag, bevoegdheid, verantwoordelijkheid, waardigheid, trots (ongeveer in die volgorde) is misschien wel mijn grootste vrees aan ouder worden. Zoals velen hou ik mezelf daarom al sinds lang voor om nooit in een bejaardentehuis te eindigen. Ik hoop nog steeds op mijn eigen versie van The Best Exotic Marigold Hotel, de film waarin een bende kranige oudjes samen verhuizen naar een exotisch pensioenpension in India. Maar het mag gerust ook ergens in de Kempen zijn.

De getuigenissen die de Vlaamse Ombudsdienst verzamelde tijdens de eerste corona-lockdown, over kamerdeuren in WZC’s die op slot gingen, over ouderen die opgesloten werden “voor hun eigen goed”, hebben de knop definitief omgedraaid. Ik vind later wel een andere manier om deze wereld te verlaten dan van mijn vrijheid beroofd en in mijn nachthemd gezet. Geen gruwelijker, fascistischer zinsnede dan “’t is voor uw eigen goed”.

Heel corona lang al ligt de nadruk op levensduur, op zo oud mogelijk worden, niet op het veel moeilijker in statistieken te gieten “levenskwaliteit”: zo goed mogelijk oud worden. De vaccinatievolgorde volgt dezelfde logica. “Zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk seconden in leven houden.” Alsof een hoge leeftijd een soort high-score van een computerspel is dat we trots op onze zerken kunnen laten beitelen. Ha! Ik heb het langer uitgezongen dan mijn buurman hiernaast. Wooptie-fucking-doo.

Datzelfde rapport van de ombudsdienst sprak tegelijk over de bijna heroïsche inspanningen van sommige verzorgers. De onderbemande helden van de zorg doen wat ze kunnen, maar ze moeten roeien met de riemen die wij hen als samenleving geven en tegelijk worstelen met de economische logica van het systeem. “De gemiddelde doorlooptijd in een woonzorgcentrum is 18 maanden”, las ik. Door-loop-tijd. Het woord alleen al. “Doorlopen aub! We hebben dit bed terug nodig.” Het is het omgekeerde van verblijven. Vroeger woonden bejaarden thuis of mee in bij een gezin. Dat kan niet meer. In een maatschappij van hardwerkende tweeverdieners, moeten kinderen en bejaarden buitenshuis worden opgevangen (door andere hardwerkende tweeverdieners). Ik kan met niet van de indruk ontdoen dat we ergens onderweg doel en middel met elkaar hebben verwisseld.

Groentjes

Waarom wordt je vanaf een bepaalde leeftijd plots terug behandeld als een onbekwaam kind? Zijn het de pampers? Gerontoloog Peter Janssen stelde vorige week naar aanleiding van de corona-uitbraak in een WZC na een Sinterklaasbezoek nog terecht de vraag in deze krant: wat komt een Sinterklaas eigenlijk in een rusthuis doen?

Mijn pa kreeg het vroeger op zijn heupen bij mensen die ouderen afschreven. Vooral toen hij zelf ouder werd, natuurlijk. Hij was huisarts tot zijn laatste dagen, pionier in palliatieve zorg en misnoegd dat hij op tachtigjarige leeftijd al moest opstappen als OCMW-voorzitter voor een jongere collega. “Discriminatie!”, mopperde hij, en hij ging wat uitwaaien op zijn Harley-Davidson. God weet wat hij had gedaan als er ooit een verzorger “vliegtuigje” had gespeeld met zijn groentjes.

Misschien infantiliseren we oudjes om hen een klein stukje te ontmenselijken. Omdat we bang zijn van onze eigen toekomst. Bang om onszelf te herkennen in dat gebarsten spiegelbeeld. Misschien stoppen we ze daarom ook weg, beschermen we niet de oudere, maar onszelf tegen ons eigen schaamtegevoel. Tegen onze eigen angst om zelf zo oud te worden. Misschien bekijken we het helemaal verkeerd.

Sta me toe dit Kerstessay af te sluiten in de traditie van oude vandagen door nog eens een verhaal op te diepen uit de oude doos. Het geriatrische heldendom van Bernard Jordan. Een waargebeurde fabel. We schrijven juni 2014.

De Oude Man en D-Day

“In Groot-Brittannië is een 89-jarige veteraan met de hulp van enkele strijdmakkers ontsnapt uit zijn bejaardentehuis om de herdenking van D-Day bij te wonen in Normandië. Van de dokter mocht hij niet vertrekken, dus sloop hij stiekem de boot naar Frankrijk op. Hij had zijn medailles verstopt onder zijn regenjas en stak op zijn eentje het Kanaal over.”

Het was een nachtelijk nieuwsbericht in vintage Chris Van den Abeele-stijl dat de mondhoeken deed opkrullen. Zelfs de immer neutrale ploeg van de nieuwsdienst droomde duidelijk mee en moedigde de man heimelijk aan. Dat kon je afleiden uit het gebruik van codewoorden in het bericht als “ontsnapt” en “strijdmakkers”.

Het klinkt dan ook als een avonturenverhaal uit een oud jongensboek. Als “The Great Escape”; over geallieerde krijgsgevangenen die een tunnel groeven om te ontsnappen aan de nazi’s. Met het njet van het verzorgingstehuis als metaforische muur en de verplegers als spreekwoordelijke kampbewakers. Fat chance! Als de Wehrmacht Bernie destijds al niet kon tegenhouden, hadden die arme witjassen helemaal geen schijn van kans. Dad’s Army, storming the beaches of Normandy! Wat een geweldige filmscène!

Zo’n grijze schelmen hebben we nodig om te durven geloven dat oud worden niet zo erg hoeft te zijn als het lijkt. Geef mij maar de knoestige kapoen, de grijze guitigaard om te illustreren dat er altijd nog wel avonturen te beleven vallen. Dat de geneugten van het leven zich op die leeftijd niet hoeven te beperken tot verrassingen als welke yoghurt we vandaag zullen krijgen (pruimen of aardbeien), en “houden we het droog tot na het avondeten?” (wellicht weer niet).

Bejaardheid is een sluipende ziekte die vooral ouderen treft, maar die onverwacht kan toeslaan op eender welke leeftijd, en niet zelden ongeneeslijk. Sommige twintigers lijden er al aan na een huis, twee kinderen en een goedbetaalde job. Bij anderen slaat de ziekte pas toe na de Grote Leegte van het Pensioen. Wie niet goed oplet, hangt eraan. De aandoening bedreigt zelfs onze kinderen wier uitzicht op kapoenerij en kattenkwaad langs alle kanten met GAS- en andere boetes ingesnoerd wordt. Gedaan met stoere verhalen over appels stelen uit de tuin van meneer pastoor. De stoerste studentengrap waar u ooit nog over zal horen, is die van die studentenclub die ooit hun PMD-zak een dag te vroeg hadden buitengezet.

Onze kinderen hebben dus nood aan zilveren rolmodellen. Aan wandelende wikipedia’s van levenswijsheid, liefst voorzien van schalkse ezelsoren. Niet dat onze ouderen zelf verlost zijn van bemoedering. Wie op latere leeftijd niet zelf terug kinds wordt, wordt wel met zachte dwang die kant op betutteld door snotapen in witte jassen wier tijd nog komen moet.

Het is dus een levenslange strijd. Een gevecht tot het bittere einde. Bejaarden aller landen, verenigt u! Rebelleer, in eender welke vorm. Groot of klein. Vergeet expres uw valse tanden. Schijt uw pamper vol aan een bushalte, gewoon voor de lol. Omdat het kan.

In de onovertroffen woorden van Dylan Thomas:

“Do not go gentle into that good night.
Old age should burn and rave at close of day.
Rage, rage against the dying of the light.”

De landing is ingezet. Ten aanval!

 

Dwaaldrang, mijn gat.

___

De Standaard, 31/12/2020

Columns, De Standaard | , , | Reacties uitgeschakeld voor “Oude zakken van nu en straks”
© 2024 - Michael Van Peel