Menu

Zeveraars

Antwerpenaren zijn tot nieuwe pestlijders gebombardeerd. En we waren al niet zo populair voorbij de Ring. Al een geluk dat die brug over de Schelde er nooit is gekomen, anders had men ze nu opgehaald. Sluit de poorten! Hijs de brug! Alarm! Op Facebook circuleert er een event om de Kennedytunnel dicht te metsen, dat men op de Parking nét iets te enthousiast onthaalt. De Antwerpse randgemeenten worden verplicht om mee de melaatsenratel te zwaaien. Een chirokamp was niet welkom in Lille, niet omwille van een foute leeuwenvlag, maar vanwege hun foute afkomst: het Antwerpse Kontich. En alles binnen de muren van de provincie is onrein. Boos wijzen de gemeenten naar het centrum. “Omdat zij de beest uithingen, worden wij allemaal klassikaal gestraft! Niet eerlijk!”

Laat ons een kat maar een kat noemen, vrienden; wij zijn niet de schuldigen, het ligt aan de “superverspreiders”! Dat zijn ogenschijnlijk gewone mensen die de bedenkelijke superkracht bezitten om bij elk woord onnodig veel speeksel alle kanten op te sturen. Zeveraars dus. Zij zijn de boosdoeners. Hoe lang nog voor we hen bijeendrijven en met pek en veren de stad uit jagen? En voor u weer in het rond begint te wijzen naar bepaalde bevolkingsgroepen; superverspreiders komen voor in de beste families. Sommigen zijn zelfs gedoopt bij studentenclub de Reuzegom.

Rond met corona besmette mensen hangt er intussen eenzelfde soort stigmatisering als rond pakweg chlamydia. Ik heb mezelf er ook al op betrapt. Toen ik hoorde dat iemand in mijn ruime kennissenkring positief testte, hoorde ik mezelf denken: “Och, ja, Sandra, tuurlijk. Zij weer… Dankzij Sandra moeten wij nu binnenblijven. Tsk…” Sterker nog, “is onze maatschappij ondersteboven gegooid”. Alle plezante dingen mogen niet meer: roepen, zingen, dansen, tieren. Zelfs een skater in elkaar meppen, vinden mensen blijkbaar al op het randje. Een minuscuul virus kreeg gedaan wat de boze baarden van IS met geen honderd bommen en granaten gedaan kregen: een totale gedragswijziging, inclusief sociale controle. We dragen allemaal de voorgeschreven gezichtsbedekkende kleding buitenshuis (binnenshuis mag die af), we weigeren nog handen te schudden (behalve tussen getrouwde koppels) en de alcoholconsumptie wordt beteugeld met sluitingsuur en avondklok. Sterker nog; we controleren elkaar op deze voorschriften. Wie zijn doek niet draagt, wordt nagestaard en beschimpt. Overal loert de coronapolitie.

Wat me misschien nog het meest irriteert, is de zelfgenoegzaamheid van de onheilsprofeten. Het soort dat alsnog hoopt op een bloedbad in Zweden; op een Bijbelse afrekening van Sodom. De bleiters die de voorbije maanden bij elke afwijking van de regels riepen: “Over twee weken komt er een opflakkering! Ge zult het zien!” Na een drukke Paasmaandag (niks gebeurd), na de opening van de stranden (niks gebeurd), na de Black Lives Matter betogingen (niks gebeurd), na de heropening van de horeca (niks gebeurd). Zij krijgen eindelijk een bot toegeworpen. Dat mocht ook wel, na die reeks blindgangers.

Ik weet wel dat de regels er voor elkaars welzijn zijn. Rebelleren is niet stoer. Je brengt jezelf niet in gevaar, maar de ouderen en zwakkeren om je heen (misschien) wel. Dat maakt van elke overtreder feitelijk een asociale beunhaas. En toch, als ik eerlijk ben, heeft de bullshitdetector in mijn brein het lastig met het kritiekloze conformisme. Met het buigen naar absurde regels. De rebel in mijn hoofd duelleert met de moraalridder. Dat conflictgevoel stijgt evenredig met de graad van medische nutteloosheid; je hond niet mogen uitlaten in de provincie Antwerpen om 23u31 bijvoorbeeld, of wandelen door de akkers van Arendonk zonder mondmasker. Men koos voor simpele regels; dat geeft het voordeel van de duidelijkheid maar ook het risico op absurditeit. Simpel dus in de beide betekenissen van het woord: 1. eenvoudig, 2. onnozel. Met sancties tot 1.600 euro boete en twee weken gevangenisstraf. Als we toch belachelijke bedragen gaan hanteren, pak dan ineens een miljoen boete en 20 jaar dwangarbeid. Komaan, let’s go all the way!

Kijk, ik snap het wel, dat men niet à la tête du client kan werken of overal wetten op maat bedenken. Voor regels die een hoger doel dienen wil ik het onzingehalte gerust even tolereren. Maar mijn brein kan die discrepantie maar heel even aan. In maart had ik nog begrip voor het feit dat je wel elektrisch mocht fietsen (in je blote gezicht), maar niet mocht motorrijden (met een helm op). Er was geen tijd voor fijnmazigheid, de situatie overviel toen iedereen. Vier maanden verder, heb ik minder begrip. We wisten dat deze tweede golf eraan kwam. Je zou denken dat er sindsdien toch keihard gewerkt is aan allerlei scenario’s en draaiboeken. Intussen mogen we niet meer naar het openluchttheater in Antwerpen (maar nog wel met het vliegtuig naar Spanje) en moeten dorpjes en steden in avondklok, allemaal om te vermijden dat Franky en zijn maten na sluitingsuur nog op straat blijven zeveren met een blik bier van de nachtwinkel. Dat is op een mug schieten met een artilleriebataljon.

Té lang moet deze discrepantie niet duren. Vier weken wordt al een uitdaging. Benieuwd hoe we straks met de derde golf om zullen gaan. Maak de schuilkelders alvast gereed. Tijd om snel wat WC papier in te slaan. U heeft nog tot half twaalf.


column voor De Standaard, verschenen op 1 augustus 2020

Columns, De Standaard | , | Reacties uitgeschakeld voor Zeveraars
© 2024 - Michael Van Peel