De vrije meningsuiting ligt me na aan het hart. Beroepsmatig als comedian, maar meer nog omdat het mensen verplicht hun mening te onderbouwen met sterkere argumenten dan “omdat ik dat zeg, verdomme”. (Getormenteerde ouders van pubers buiten beschouwing gelaten. Zij krijgen een vrijgeleide.) Conflicterende meningen vormen de basis van inzicht, wederzijds of éénzijdig. Daarenboven vind ik het grondwettelijk recht erop, één van de zuiverste, minst ambigue stukjes wetgeving die we hebben. Eén van de brutaalste ook. Vrije meningsuiting is punk. Pietluttige kruimels uit de GAS-wetgeving, cancel culture of het gejammer van al wie zich “gekwetst voelt” door microagressies, lacht ze uit. “Daar moet ge maar tegen kunnen, snowflakes!”, buldert de wet. (U merkt dat ik qua metaforen in de opvoedkundige sfeer blijf.) Deze wet vraagt, nee, eist van de burger een kritische, intellectuele volwassenheid die het best werd verwoord met het het (weliswaar apocrief) aan Voltaire toegeschreven “Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.”
Ook de grenzen aan dat recht vind ik logisch, duidelijk en ruim genoeg. Zelfs als puber was ik er akkoord mee gegaan. In feite zijn er, kort samengevat, drie verschillende niveau’s. Er is de vrijheid van mening, die is absoluut. De gedachten zijn vrij, hoe ranzig ook. Racist zijn is niet strafbaar. De vrijheid van meningsuiting is iets beperkter maar nog steeds zeer ruim. De grens is anderen aanzetten tot haat, discriminatie en geweld. Vind ik prima. Tenslotte is er de vrijheid van uiting (fysiek protest), die stopt bij geweld.
Glasheldere criteria, in België aangevuld met “oh ja, één klein dingetje nog”: het ontkennen van de Holocaust. Meer specifiek “het ontkennen, goedkeuren, minimaliseren of rechtvaardigen van de genocide tijdens WOII door de nazi’s”. Dat is verboten. Aldus de negationismewet uit 1995, niet toevallig bekrachtigd 50 jaar na het voltrekken van de onontkenbare feiten. Het verbod slaat enkel op genocides die plaatsvonden tijdens WOII én onder nazibewind. (Niet alleen die op de Joden maar ook bv. die op de zigeuners.) De Armeense, Cambodiaanse of Rwandese genocide daarentegen mag je lustig ontkennen zonder consequenties. De selectiviteit is jammer, maar niet totaal onbegrijpelijk, gezien de geografische nabijheid, de minstens gedeeltelijke erfzonde van België alsook een belangrijke Joodse gemeenschap en diens invloed (iets minder wat betreft de zigeuners).
Nu is de Holocaust ontkennen minstens even idioot als kwetsend. Alleen, zo zijn er wel meer beweringen natuurlijk. Niet al wat laakbaar is, moet verboden worden. En vaststaande feiten ontkennen is vandaag niet strafbaar, integendeel. Het is net super in de mode.
De zwakte van deze wet is dat ze de helderheid van de intellectuele neutraliteit verlaat en minstens ruikt naar censurerende macht van de overwinnaar. Dat ondergraaft de universele legitimiteit ervan omdat ze op maat is geschreven van één historisch feit.
Maar het ergste van al, het is contraproductief. Het beste wat je ermee bereikt is zelfgenoegzaam kunnen zwelgen in je morele superioriteit. “Omdat ik het zeg!” Inzichten creëer je niet. Geen betere meststof voor kwade gedachten dan een verbod van de overheid. Het wordt voor sommige sujetten net stoer om deze wet te breken. Omdat de media-aandacht van een veroordeling het hoogste is wat ze ooit zullen bereiken. Je deelt gratis martelaarschap uit aan onnozelaars.
Vorige week kreeg weer zo’n figuur die twijfelachtige eer toebedeeld. Een 77-jarige bejaarde werd door het gerecht veroordeeld tot één jaar effectief (!) omdat hij zijn huis en voortuin had volgehangen met antisemitische pamfletten en gatlelijke, zelf geknutselde naziparafernalia (Hugo Boss en Albert Speer draaien zich om in hun graf). Tweemaal al waren er klachten tegen hem geklasseerd. Nu was het dritten Mal Preis!
Iedereen heeft er wel één, zo’n gefrustreerde, racistische nonkel die hoofdschuddend getolereerd wordt omdat hij te oud is om nog te veranderen en och, hij maakt geen slachtoffers behalve de sfeer en ach, zo lang heeft hij toch ook niet meer te gaan…
Een jaar effectief voor een 77-jarige bejaarde die anders door iedereen wordt uitgelachen. Is er geen sterker signaal denkbaar? We hebben immers nog een arsenaal aan geweldloze wapens om dit soort figureren te bestrijden. Vooreerst logica: dialogeren, educeren. Als dat niet werkt, sociale correctie: hoon en spot. En tenslotte: sociaal kaltstellen; uitsluiten. Eén jaar bak is geen signaal maar een zwaktebod. Het werkt niet louterend zoals bij een snelheidsovertreding. Het gaat om het innerlijke. Dit zit veel dieper dan gedrag. Een veroordeling is een druppel olie op het al laaiende vuur van haat, frustratie en revanchisme. Eerder had de zieligaard zelf al op het VTM nieuws verklaard “dat hij genoot van de aandacht”. Nu krijgt hij die opnieuw en nog eens wanneer zijn zaak gerecupereerd zal worden door extreem-rechts. Er zijn er voor minder van Gentse universiteiten via de VRT los het parlement in geflikkerd.
Bompa Nazi is een nare man. Over een dik jaar zit hij hopelijk foute moppen te tappen op een familiefeest onder de rollende ogen van zijn kleinkinderen. En niet op een meeting van één of ander recent opgericht “Schimmige Vriendenclubje”.
column voor De Standaard, verschenen op 18 juli 2020