Eerst dacht ik dat het aan “de Crembo” lag. Het soort regelneven en -nichten dat elke gemorste kruimel van onwenselijk gedrag met GAS-boetes te lijf gaat. Op heel het grondgebied werden autocraten in ’t diepst van hun gedachten duidelijk hitsig van de nieuwe restrictieve corona-maatregelen. Aan de kust voerde politie te paard een klopjacht uit met warmtecamera’s en drones. Dit keer niet op mensensmokkelaars, maar op bankjeszitters en illegale tweedeverblijvers, teneinde deze uit hun (geïsoleerde) caravans te ontzetten en terug naar hun (dichtbevolkte) appartementen in de stad te jagen. Geholpen door kliklijnen waar raszuivere kustbewoners “verdachte beweging in tweede verblijven” konden aangeven. Alles voor de veiligheid, nietwaar? Sommige politie-acties waren eerder surreëel dan essentieel. Het virus proestte het uit, recht in ons gezicht.
Of neem Baarle-Hertog, waar de Nederlandse klanten van een Zeeman-filiaal vooralsnog verstoken blijven van vers ondergoed omdat dat deel van de winkel zich op Belgisch grondgebied bevindt, dat door middel van een magisch ondoordringbaar rood-wit lint is afgesloten. België is immers dicht. Het is daar bang aftellen naar 1 juni, 00.00u, wanneer het Nederlandse deel van de horeca terug open gaat, en men vreest dat een landgenoot wel eens een pint zou kunnen drinken op een Hollands terrasje 50 meter verder. Weken te vroeg voor een Belg. Zolang het geen Heineken is, zie ik het probleem voor de volksgezondheid niet.
“De wet is de wet.” Is dat zo? Diezelfde burgers lappen dan wel vrolijk het verbod op gezichtsbedekkende kleding aan hun laars. De wet is duidelijk. Net als de sluier, zijn mondmaskers in België verboden op straat. Ziezo. En geen handen geven aan vrouwen is discriminatie. Duidelijk. Goed voor u? Of zullen we toch het gezond verstand laten primeren?
Wentelen in zelfregulering
Ik begin me meer en meer af te vragen of het wel aan mijn regelgeile overheid ligt, of ik misschien niet behoor tot een volk van masochistische kommaneukers dat zich graag wentelt in zeurderige zelfregulering?
“Mag ik dit? Mag ik dat? Hooo amai zeg, ’t is zo onduidelijk.” Je mag fietsen en wandelen. “Ja maar, ik rij met een driewieler. Mag dat ook?” “Ik heb een skateboard, magda?” In vredesnaam! Hoe kan het dat die mensen niet verhongeren wanneer hun blikopener zoek is?
Elke versoepeling is aanleiding voor nieuw gezeur. “Je mag terug tennissen.” “Jamaar mijn tennisclub is een ander dorp, mag dat ook?” “Mag squash en badminton ook of alleen tennis?” “En tafeltennis? De regels zijn zo onduidelijk!” Zucht.
“Raak de draaiende kettingzaag niet aan met uw hand.” “Mag ik de kettingzaag aanraken met mijn ellenboog?” …? Nee, ook niet. “En met mijn teen? Met mijn tong?” Ja, met uw tong mag. Maar, eerst in een stopcontact duwen dan he. Om ze te ontsmetten.
Om mijn oude leraar te parafraseren: “Zijn we een bende onnozelaars? Of hangen we graag de onnozelaar uit?” Dit is geen belastingaangifte, mensen. De geest primeert op de letter. Nadenken helpt.
Zal ik eens een echte newsflash geven? Aan iedereen die loopt te zeuren “wat moeten we nu doe-hoen? Wat mogen we nu nog?” Politici en virologen weten het zelf ook niet. Er ìs gewoon geen zekerheid. Het is nattevingerwerk. Iedereen doet maar wat, en hoopt op het beste. Evalueren is voor later. Wat nu telt is de groepsinspanning.
In het begin nam de overheid het zekere voor het onzekere. Nu wordt het tijd om terug een beetje normaal te beginnen doen. Zelf een beetje nadenken. Ook dat is burgerzin. Straks moeten we moeder Wilmès rok weer loslaten. Tot die tijd mag je vier mensen ontvangen. Of drie man en twee halve garen.
Gebruik dus een beetje gezond verstand. (Niet te verwarren met stemmingmakerij van balorige burgervaders als Bartje op zijn bankje of Jean-Marie met zijn knuffels.) Denk gewoon eens vijf minuten na. Vier mag ook. Kies zelf maar.
In de Alpen zijn er wegen waar je 70 mag. Komt er een haarspeldbocht, dan staat er een bordje “haarspeldbocht”. Doe met die kennis wat je wil. Wie wacht op een snelheidsbord, is rapper beneden dan hij denkt.
Hier in Vlaanderen moet er overal een bordje staan. Het is nog net Amerika niet, waar ik ooit in de handleiding van een huurwagen de tekst las “do not park your car over things that burn”. Compleet met tekening van een auto, geparkeerd over een hoopje smeulende bladeren. Twintig jaar later stelt de president van dat land voor om mensen te injecteren met bleekwater. Dat krijg je dan. Jammer van de correctie door wetenschappers. Als er ooit een moment was om Darwin gewoon zijn werk te laten doen, was het nu wel.
column voor De Standaard, verschenen op 8 mei 2020