“Ge steekt best ne poutrel,” zei mijn vader, “dan staat het stevig.” Bestaat er een Vlaamscher uitdrukking? Belgen bouwen liefst degelijk met staal en beton.
Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank, is geen Belg maar een Italiaan. (Die van die scheve toren.) Lang voor Anuna werd uitgelachen om haar idee “geld te drukken voor het klimaat”, zette hij de virtuele geldpers aan om geld te drukken “voor de economie”. Hij was alleen slimmer dan domme Anuna; hij plakte er een moeilijk woord op: “Quantitative Easing”. Met een “Q” nog wel! Tsjonge! (Ook handig bij Scrabble, trouwens.)
Draghi’s doel was nobel; het vermijden van een Great Depression na de bankencrisis van 2008. Samen met Japan en de VS, lanceerde Europa met QE het grootste experiment —sommigen zouden zeggen; gok— in de financiële geschiedenis. Louter door cijfers te manipuleren. Critici riepen “hyperinflatie” en “Zimbabwe”.
Economie is geen exacte wetenschap maar psychologie, vermomd als wiskunde. Intussen zijn we enkele jaren verder en lijkt de gok te werken. De gehoopte/gevreesde inflatie blijft uit. QE vervelde van noodoplossing naar beleidsinstrument. Ook andere wetmatigheden smelten weg als poolijs. De goudprijs toont amper nog logica tegenover beurskoersen. De beurs zelf is losgekoppeld van de realiteit nu ze gerund wordt door algoritmes en concurrerende computerprogramma’s. Nog even en het is niet meer dan een on-line casino voor robots. Negatieve rente —Rente is de prijs die je betaalt voor het huren van geld. Straks is geld dus niets meer waard.— was ooit louter academische spielerei (en een grap uit mijn conference van 2013). Mijn oude prof economie kon er toen nog goed mee lachen. Die van vandaag mag het uitleggen aan haar studenten. Banken verzinnen hun eigen fabels met steeds ingewikkeldere financiële constructies die ze zelf nog amper begrijpen. De grootste economieën van de wereld worden geregeerd door politieke clowns die wapperen met handelsoorlogen en marktuittredingen alsof ze op een kleuterspeelplaats staan, maar de markt houdt stand.
Dat kan allemaal zomaar, omdat economie een collectieve illusie is. Een abstractie. Niet meer dan een oververeenvoudigd model voor de menselijke handelingen in een maatschappij. Het probleem is dat we het intussen hebben omgedraaid; we zijn gaan handelen naar dat model, waardoor het realiteit is geworden. Economie is een spel. We staan voor een afgrond, iedereen kijkt naar elkaar, maar zolang er niemand springt, springt er niemand. Niet Keynes, maar Cruijff regeert.
Blijft dat goed gaan? Zolang we allemaal in het sprookje blijven geloven, wel. Het zwaard van Damocles hangt aan een zijden draad. Maar voorlopig blijft het hangen. Alles gaat goed. Tot alles misgaat. En de volgende ECB-voorzitter zich luidop zal afvragen: “Misschien hadden we toch beter een poutrel gestoken…”