Tussen de groene heuvels onder Edinburgh staat Rosslyn Chapel, een mysterieus kapelletje dat wereldberoemd werd door “De Da Vinci Code”. Het is een heerlijk ratjetoe van magnifiek beeldhouwwerk. Maar de bevreemdende ervaring die je binnen overvalt, komt niet door de stenen monsters en faunen, maar door het bordje aan de ingang: “no pictures inside”. Plots word je teruggeflitst naar het pré-smarthponetijdperk van de jaren 90. Overal staan mensen te kijken naar kunstwerken, in plaats van er voorbij hollend snel een foto van te schieten alsof ze op Pokémon Go-jacht zijn. Ze moeten wel genieten van het moment, ze hebben geen keus. (En niets anders te doen.)
Dat de smartphone een invasieve soort is die ons dagelijks leefmilieu definitief veranderd heeft, weet iedereen. Discussiëren op café of zoeken naar de titel van een film is niet meer wat het vroeger was. Binnen de minuut heeft één of andere onverlaat het correcte antwoord al gegoogled en daarmee alle lol uit het zoekproces gezogen. De zin “Ik weet het niet” is vandaag vervangen door “Ik heb geen bereik hier”.
Digital detox is hip en op vakantie zijn we allemaal wel eens gsm-vrij. Maar de verslingerdheid aan de gewoonte valt pas echt op wanneer je het ding onvrijwillig achterwege moet laten. Zoals bij de nieuwe trend van gsm-vrije live-optredens waar artiesten eisen dat het publiek hun smartphone in een door de organisatie afgesloten zakje steekt (door Cathérine De Kock in deze krant schalks “een condoom voor je smartphone”genoemd. Terecht, gsm-gebruik is aanstekelijker dan HIV. Of geeuwen.)
De eerste keer toen iemand mijn smartphone afpakte om in een zakje te steken, was op een try-out van comedian Dave Chappelle in Amsterdam. Het voelde vreselijk betuttelend, tot ik in een gsm-loze Ziggo Dome merkte wat voor een enorme vrijheid dat teruggaf aan artiest en publiek.
Meer nog dan te bevrijden van de afleidende schermpjes in de zaal, herstelde het de broodnodige intimiteit van een comedyshow, waar de afspraak tussen comedian en publiek geldt: “Hier ben je veilig voor de buitenwereld. Wat hier gebeurt, blijft ook hier.” Een comedian moet, zeker tijdens een try-out, zich vrij voelen om fouten kunnen maken, (té) ver te kunnen gaan, het publiek verliezen en het dan terug goedmaken. Dat vraagt context, en die verdwijnt zodra een fragment op twitter worden gegooid als aas voor de verontwaardigingsverslaafde haaien van het internet.
Die artistieke vrijheid en spontaniteit moeten we vrijwaren, want ze is het belangrijkste verschil tussen een spannend live optreden en een saaie tv-avondje in de zetel. Bescherm je dus op concerten, trek een fooncondoom over je lulijzer. Doe het voor jezelf en voor elkaar.